Tijdens je ontwikkelingstraject krijg je een studentenkamer in één van de WoonHuizen: in het KoetsHuis, in een van de BosHuizen, in een van de twee LeerHuizen of op Spelderholt 10. Je kamer mag je zelf inrichten. In het WoonHuis werk je aan je woondoelen en werk je aan je persoonlijke ontwikkeling met sociale doelen. Samen met je huisgenoten verdeel je de taken in huis zodat het huis netjes blijft. Zo zelfstandig mogelijk leren wonen en jezelf zoveel mogelijk ontwikkelen, dat is het doel.
In het WoonHuis leer je allerlei taken, zoals de was doen, je kamer schoonmaken, ramen lappen en strijken. Samen met je huisgenoten zorg je ervoor dat het huis netjes blijft. De taken worden eerlijk verdeeld.
Je werkt ook aan sociale doelen, zoals bijvoorbeeld de omgang met je medestudenten, en je leert om je vrije tijd in te delen. Het kan zijn dat je op stage aan dezelfde doelen werkt, zodat het leren sneller gaat. Je bedenkt de doelen samen met je persoonlijk woonbegeleider.
Je leert ook je eigen keuzes te maken, zelf te bepalen en zelf te beslissen. Je zelfredzaamheid vergroten krijgt veel aandacht tijdens het hele ontwikkelingstraject.